zondag 13 december 2020

Ernest Le Deley en de opkomst van de postkaarten - deel 1


Tussen de zichtkaarten van Kortrijk vinden we ook een reeks van 12 kaarten van een Franse uitgever. De naam van de uitgever is op de kaarten moeilijk te onderscheiden, maar bij vergroting van een kaart merken we dat het om 'Héliotypie E. Le Deley - La C.P.A. à Paris' gaat. Wie was die E. Le Deley?



Op internet vinden we hem al vlug terug. Ernest Louis Désiré Le Deley, één van de grootste Franse uitgevers van kaarten tussen 1900 en 1914.  Hij wordt op 12 juli 1859 geboren in Mont Saint-Aignan (departement Seine-Maritime in Normandië) en krijgt dezelfde voornamen als zijn vader. Die is afkomstig van het nabijgelegen Rouen. Hij werkt in 1855 als schoenmaker in Mont-Saint-Aignan en huwt er met weduwe Sophie Victoire Flambart.

In 1886 woont de 27-jarige Ernest junior samen met Josephine Petit in de Rue Crespin 7 in Parijs. Ze zijn niet gehuwd. Op 27 april wordt hun zoon Maurice Ernest er geboren, en een jaar later Joseph Louis. Ernest is 'phototypeur', (phototypie, colotypiedruk, lichtdruk: zie Oosthoek 1916)

Begin jaren 90 werkt hij voor Edmond Laussedat, ook een phototypie drukker, in Châteaudun, een 130 km ten zuiden van Parijs. De fabriek en ateliers van Laussedat bevinden zich dan in Cloyes een 12 km ten zuiden van Châteaudun. In 1890 wonen Ernest en Josephine in Cloyes in de Rue de Vendôme  en daar wordt op 16 mei  Edmond Alfred, de derde zoon van Ernest en Josephine geboren. Hij wordt vernoemd naar Edmond Laussedat en die is ook getuige bij de geboorteaangifte.



Vanaf  april 1891 geeft Edmond Laussedat het tijdschrift 'L'Heliocromie' uit, waaraan ook Ernest meewerkt. Hieronder de cover van nummer 3 van juni.




Een paar jaar later opent Laussedat een drukkerij in Châteaudun vlak bij de kapel 'Notre-Dame-de-la-Boissière', die vroeger deel uitmaakte van een commanderij van de Tempeliers. De kapel staat er nu nog altijd.



Hieronder: links de kapel en rechts de drukkerij van Laussedat. De 'vijver' was verbonden met een arm van de Loire en werd ondertussen gedempt.





Hieroder: het huis rechts is meer dan 100 jaar later nog niet veranderd. De drukkerij is verdwenen.


In 1893 wonen Ernest Le Deley en Josephine Petit in de Rue de Chartres 59 in Châteaudun en  daar wordt op 8 juni 1893 de vierde opeenvolgende zoon van Ernest Le Deley en Josephine Petit geboren, Jean Marius. 

Na 1900 drukt Edmond Laussedat ook post- en zichtkaarten. Hieronder een paar kaarten met zicht op de drukkerij.




Ernest werkt tot 1898 voor Edmond Laussedat. Josephine Petit, die geboren is in Bugnicourt, een 34-tal km ten oosten van Arras in het Départment du Nord, verblijft daar in 1898 met de 4 kinderen bij haar ouders. Ernest en Josephine huwen er op 15 oktober. 

Ernest is nu van plan voor zichzelf te werken en in december neemt hij de zaak over van Henri Racle in de Rue Claude-Bernard, 73 in Parijs.


Rue Claude Bernard 73

Ernest le Deley vermeldt de eerste jaren in zijn publiciteit de namen van de vorige 'phototypeurs'  van de zaak in de Rue Claude Bernard 73. We overlopen die even voor we Ernest verder volgen.

Hieronder: Kaart van Ernest Le Deley (rond 1906) van de Rue Claude-Bernard. Het tweede huis van rechts, met de poort, is het nummer 73.



André Quinsac

Nicolas André Quinsac wordt op 9 december 1845 geboren in Agen (departement Lot-et-Garonne). In 1880 is hij fotograaf in de Rue de l'Aqueduc 5 in Toulouse. Hij huwt er op 7 april 1880 met Marie Gabrielle de Lacger. Quinsac maakt foto's met de photolithographie en photocollographie (phototypie) methode van voorwerpen, personen of landschappen, voor boeken of catalogussen.

Hieronder: Het atelier van André Quinsac in de Rue de l'Aqueduc 2-3 in Toulouse.






In 1883 werkt hij samen met Louis Arthur Ducos du Hauron, natuurkundige en uitvinder van onder andere de trichromie ( drie foto's genomen met een verschillend kleurfilter om een kleurfoto te krijgen : The Birth of Color Photography - Ducos du Hauron). Rond 1881-82 gaat hij André Quinsac opzoeken in Toulouse om hem te overtuigen met de phototypie techniek kleurafbeeldingen af te drukken. Die is enthousiast en wanneer de eerste experimenten veelbelovend zijn, wordt begin oktober 1882 de 'Société Agenaise' opgericht om het project te financieren. Alexandre Jaille, ondernemer in Agen, vertrekt naar Toulouse om daar naast het atelier van André Quinsac een bijgebouw te laten optrekken voor het drukken van de kleurafbeeldingen. Op 8 september 1883 vragen Louis du Hauron en Quinsac een patent aan voor de uitvinding van een procédé om kleurfoto's te maken 'Héliochrome Ducos du Hauron' door middel van phototypie. 

Maar in de zomer van 1885 gaat het atelier van André Quinsac op 1 augustus samen met de nieuwe afdeling voor de kleurendruk, in de vlammen op. Alexandre Jaille is bereid om alles herop te bouwen maar Quinsac die in Parijs ook al veel bekendheid geniet als de beste phototypiedrukker in Frankrijk, wil zijn zaak naar daar overbengen. Hij vindt er een geschikt pand in de Rue Claude Bernard 83

Hieronder: Almanach de Commerce - Parijs 1888



In september 1887 richt hij samen met Georges Baquiè een nieuwe maatschappij op, met een kapitaal van 4000 frank maar die wordt op 31 juli 1889 weer ontbonden.



Waarschijnlijk wordt de maatschappij ontbonden wegens gezondheidsredenen van André Quinsac. Hij is maar 1 meter 55 en krijgt voor zijn legerdienst vrijstelling wegens ' une faible constitution'. Op 26 april 1891 overlijdt hij op 45-jarige leeftijd in zijn appartement in de Rue Milton 28 in Parijs. Georges Baquié is geen drukker en wil de zaak na het overlijden van André niet verderzetten. 

Léon Louis Rouillé
neemt de zaak over. Hij is 29, schilder (artiste peintre) en gehuwd met Lucie Félicité Vié. Hij heeft zich echter te diep in de schulden gestoken voor de overname en kan die al vlug niet meer terugbetalen. Al vroeg in 1892 vraagt hij een 'Liquidation Judiciaire ' aan.

Almanach Paris - 1891
      


Begin september verschijnt in diverse Parijse kranten een advertentie waarin het complete fonds van de zaak wordt aangeboden voor 40.000 frank (rond de 160.000 euro nu) 


Geen kleine som dus en na het korte avontuur van Rouillé is een zekere Henri Racle de volgende die de stap durft nemen en het fonds van de zaak overneemt. In 1893 wordt hij een eerste keer vermeld in de Almanach du Commerce van Parijs.

Henri Racle

Midden jaren 80 heeft Henri Racle een zaak in 'vitraux photographiques' (zie: Le vitrail photographique) in de Rue Jouvenet 35 in Parijs. Het tijdschrift 'Le Panthéon de l'Industrie' wijdt in 1888 in nummer 702 bijna een complete pagina aan Henri.



Henri wordt een eerste keer in 1893 in de 'Almanach du Commerce' van Parijs vermeld. In 1895 laat hij deze advertentie plaatsen in de 'Annuaire de l'Imprimerie.'


Hieronder: Annuaire de l'Imprimerie 1897.


Henri Racle al een tijd hetzelfde probleem als zijn voorganger Rouillé. Hij kan de schulden niet meer betalen en moet begin 1897 ook een 'liquidation judiciaire' aanvragen. 


Henri Racle kan de zaak zo voor even redden maar eind 1898 verkoopt hij het complete fonds aan Ernest Le Deley. Ernest is daarmee de derde die de zaak van André Quinsac probeert te herlanceren. Zijn twee voorgangers zijn daar niet ingeslaagd. Maar misschien heeft Henri Racle te vroeg verkocht want er is een nieuwe rage op komst, die phototypiedrukkers veel geld zal bezorgen. 

Vervolg in deel 2


Geen opmerkingen:

Een reactie posten