zaterdag 3 juni 2017

Het begin van de postkaart

Hier starten we met onze tocht door de Kortrijkse postkaarten. Rond 1900 worden postkaarten een 'booming business'.
 
Eerst even een korte gechiedenis van de postkaart. Heinrich von Stephan uit Pruisen komt in 1865 als eerste met het voorstel van een 'postkaart'. Zijn voorstel wordt echter afgewezen omdat men het immoreel vindt een boodschap naar iemand te zenden zonder enveloppe. Vier jaar later in 1869 lanceert Emmanuel Hermann, een economieprofessor in Wenen het idee van een 'correspondentiekaart'. Baron Maly von Vevanovič, postdirecteur van Oostenrijk-Hongarije is voor het idee gewonnen en vanaf 1 oktotber 1869 laat de Oostenrijkse post de eerste postkaarten drukken. Op de eerste kaart staat aan de voorkant 'Grüss aus Wien'.  
 
Met deze nieuwe postkaart kan de afzender zonder al te veel moeite korte boodschappen verzenden aan een laag tarief. In 1870 voert ook de U.K. het systeem van de postkaart in, en een jaar later volgen Zwitserland, Nederland, België, Denemarken en Canada. In 1873 volgt ook de USA en de jaren daarna de meeste andere landen.
 
In 1874 komt Henrich von Stephan met een ander idee,  de 'General Postal Union' die la vlug herdoopt wordt in de 'Universal Postal Union', in het Nederlands: 'Wereldpostvereniging'
 
 
De nieuw opgerichte vereniging komt met deze 3 hoofdregels:
- er komt een uniform tarief in alle landen voor het verzenden van post(kaarten)  naar het buitenland
- de posterijen van ieder land moeten binnen- en buitenlandse poststukken gelijkwaardig behandelen
- ieder land mag het geld dat aan buitenlandse zendingen wordt uitgegeven zelf houden.
 
Er wordt zo ook overeengekomen dat de postzegels van de landen die het vedrag ondertekenen in alle andere landen die lid zijn van de vereniging en waardoor de zending passeert worden aanvaard. Een paar jaar later legt de vereniging ook de uniforme afmetingen van een postkaart vast: 14x9 cm.
 
Op de achterzijde van een kaart mag alleen het adres van de bestemmeling vermeld worden (dit blijft in België zo tot begin 1907). Op de voorkant mag wel geschreven worden. Er wordt al vlug toegestaan dat er privékaarten worden gedrukt. UItgevers daarvan versieren de voorkant van hun kaarten met een afbeelding die echter nooit meer dan 50% van het oppervlak in beslag neemt. Zo is er nog plaats voor een korte boodschap.
 
 
Echo de Courtrai 03/07/1884 
Drukprocedés voor de kaarten zijn in de beginperiode lithografie of houtdruk. Dominique Piazza uit Marseille is de eerste die op het idee komt om met phototypie (lichtdruk) postkaarten te maken met een fotografische afbeelding. Dit procédé zal een enorm succes worden.Het laat de uitgevers en drukkers toe om foto's op de voorkant van de kaart te plaatsen. Er kunnen nu ook 30 kaarten van 9x14 gedrukt worden op één blad, en tussen de 200 tot 300 bladen per uur.
 
In 1891 brengt Dominique Piazza dus de eerste fotografische kaarten uit.
 
 
 
Vanaf 1896 komen ook in België de eerste postkaarten met stadszichten van Brussel en Antwerpen op de markt. Er worden vooral monumenten weergegeven. De kleinere steden volgen vlug. De eerste 'zichtkaarten' van Kortrijk worden rond 1896-97 uitgebracht.
 
Hieronder: kaart gedateerd in Kortrijk op 9 november 1897
 
 
 
Hierboven: Op deze kaart verzonden op 26 oktober 1899 vertelt de afzender hoe men zopas de Kleine Halletjes rond het Belfort heeft afgebroken. Hij noemt het zicht van de toren alleen midden de Grote Markt van Kortrijk 'bijna belachelijk'. Er wordt wel al verteld dat de toren later zal opgeknapt worden.
 
Hieronder: De huizen rond het Belfort waren allemaal winkels. De afgebroken materialen waren te koop.
 
 
 
Op de eerste zichtkaarten worden dus vooral gebouwen en monumenten weergegeven. Dat is voor Kortrijk niet anders. Hieronder een aantal postkaarten uit die periode:
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 Ook de Leie zal veel op de latere kaarten terug te vinden zijn:
 
 
 
De eerste kaarten zijn nog onaantrekkelijk. De foto beslaat maar een klein deel van de kaart omdat er plaats nodig is voor de boodschap die de afzender wil noteren. De kaarten zijn echter van begin af aan een groot succes. Velen hebben nog nooit een foto gezien van andere steden. Kranten drukken ook nog geen foto's af. Bezoekers en toeristen van onder andere Kortrijk kunnen nu ook het thuisfront of vrienden kennis laten maken met de gebouwen van de stad waar ze op doorreis zijn of logeren.
 
Veel kaarten worden ook niet verzonden. Men koopt ze als souvenir en al heel vlug wordt er ook volop verzameld. Die verzamelaars kunnen lijvige luxeabums kopen waarin ze de aangekochte kaarten kunnen klasseren. Dit is ook één van de redenen waarom zoveel kaarten nog in een redelijke tot mooie staat worden teruggevonden. Het verzamelen van kaarten is ook niet voor de gewone werkmens. Die kan misschien wel eens occasioneel een kaartje kopen om familie wat 'nieuws' te zenden, maar het echte verzamelen wordt vooral door de burgerij gedaan, vaak door jonge meisjes en vrouwen. Ze verzenden tientallen kaartjes en vragen ook om te wisselen.
 
 Hieronder: Op 26 september 1901 verzendt Felicie Ghyoot deze kaart naar Lissabon:
 
 
Felicie Ghyoot is eind september 1901 13 jaar en 5 maand. Ze is de dochter van geneesheer Alfons Ghyoot en Felicia Bonte. Ze woont bij haar ouders in de Handboogstraat, niet ver van de Reepkaai (rechts) en Dolfijnkaai (links).
 
Een andere naam die we vaak terugvinden op de kaarten van rond de eeuwwisseling is die van Isabelle Hage. Ze is de oudste dochter van zakenman Henri Hage (Orban de Xivry). Henri Hage is in juni 1887 in Laroche gehuwd met Lucie Marie Louise Stephanie Orban de Xivry. Na hun huwelijk gaan ze in de Leopoldstraat wonen en daar wordt op 19 juli 1888 Isabella Lucia Adelheidis Maria Josephina Hage geboren.Later gaan ze in de Rijselstraat wonen. Isabelle is een jaar jonger dan Felicie Ghyoot, en verzendt heel wat kaarten. Er duiken er nog regelmatig op met naar naam op de voorkant. Veel kans dus als je postkaarten van Kortrijk verzamelt dat er tussen de vroegste kaartjes ééntje van Isabelle tussenzit.
 
 
 
 
In het beginstadium worden nog vele kaarten, ook van Kortrijk, zonder vermelding van de uitgever gedrukt en verkocht. Dit verandert al vlug. Uitgevers gaan hun naam en meestal ook de stad waar ze wonen (meestal) op de voorkant van de postkaart vermelden. Sommigen beginnen met een nummering. Dit dient twee doelen. Ze kunnen zelf beter een inventaris van hun uitgegeven kaarten bijhouden en de verzamelaars houden van nummertjes. Zo kunnen ze bijhouden welke kaarten van welke uitgever ze nog mankeren en op zoek gaan naar de ontbrekende exemplaren. Extra verkoop dus !
 
Aanvankelijk zijn het vooral wat we 'landelijke' uitgevers kunnen noemen die zich bezighouden met het uitgeven van kaarten van diverse steden. Ze komen vooral uit Brussel. De gebroeders Nels pakken het van meetaf aan groots aan. Maar ook in de steden zelf zijn er drukkers, boekhandelaars of andere handelaars die geïnteresseerd zijn in het nieuwe medium en starten met het uitgeven van postkaarten. In latere berichten worden alle landelijke en Kortrijkse uitgevers behandeld.
 
En waar worden de kaarten verkocht? Overal, zoals een journalist laat weten in de L' Echo de Courtrai van 21 december 1905. Hij schrijft een 'geestig' artikel over de verzamelmanie van postkaarten.
 
 
Verkopers in het station, in hotels, in ieder winkeltje.... overal loert de postkaart 'het kleine monster' dat duizend verschillende vormen aanneemt. Naast de stadszichten zijn er ook kaarten met overleden of nog levende beroemdheden, en zij die het nog moeten worden. Verder Europese koningen in galakostuum of in négligé, of als karikatuur. Dan is er nog de Europese klederdracht met kostumen die men nog ziet, die nog bestaan of die zelfs nooit bestaan hebben. Kaarten met bloemen, kaarten met dieren, kaarten met insecten,...
 
Het loont de moeite nog wat verder te lezen (vertaling franse tekst):
 
'Dit is niet alles. Na deze moeilijke keuze gemaakt te hebben, moet men zich in het eerste beste café installeren, haastig een inktpot vragen waarin de inkt nog vloeibaar is, een vulpen waarvan de pen altijd verroest is en dan zoeken om iets te zeggen dat niet te alledaags is...in 5 woorden, indien men wil besparen, en in een onbeperkt aantal, maar toch beperkt door de afmeting zelf van de kaart, wanneer men zich groots en vrijgevig wil tonen.
Met de vijf woorden wordt het altijd een ontgoochelende gemeenplaats: Vriendelijke groeten en goede wensen. - Goede herinnering en oprechte groeten. - Respectvolle en toegewijde groeten. - Respectvolle genegenheid en toewijding.-
En zo zou het tot morgen kunnen doorgaan... 
 
En zo gaat het verderHet einde van zijn satirisch artikel klinkt ons niet vreemd in de oren.
'Vroeger had men tien vrienden...en men wist dat ze echt en oprecht waren. Vandaag geven wij de hand aan honderden mensen.. en we weten niet wie ze zijn.'
In 1905 was het voor de auteur de postkaarten die men naar jan en alleman verzond, nu zijn het de sociale media waar men met iedereen vriend is...
 
 
 
Het artikel leert ons wel hoe alomtegenwoordig de postkaarten in die periode zijn in de grotere steden. Nu meer dan honderd jaar later is het vooral een zegen dat er zoveel kaarten met stads - en dorpszichten werden gemaakt (van bloemen, insecten enz.. ben ik iets minder zeker). Er is immers veel veranderd in die 120 jaar. Huizen en gebouwen werden afgebroken, of tijdens één of twee van de Wereldoorlogen in puin gelegd. Ganse stadsdelen werden gesloopt, met de grond gelijk gemaakt en opnieuw aangelegd. Er kwamen nieuwe straten en andere werden verbreed. En de zichtkaarten laten er ons getuige van zijn. Ze stralen een nostalgische rust uit, wat in werkelijkheid natuurlijk niet altijd het geval was. Naast de 'zichtkaarten' was er dus ook een uitgebreid aanbod met andere ontwerpen.
 
De uitgevers denken natuurlijk commercieel en geven vooral kaarten uit van de grotere steden en de kustgemeenten. In kleinere dorpen geven plaatselijke drukkers of andere winkeliers soms een reeks met zichten van het dorp uit, meestal op eigen houtje maar dikwijls met medewerking van een landelijke uitgever.
 
In de grotere toeristische steden zoals Kortrijk strijken al vlug verscheidene uitgevers neer. In een volgend bericht geef ik een overzicht van de uitgevers uit de vroegste periode. Sommige uitgevers nemen zelf foto's of hebben een vaste fotograaf die voor hen de steden bezoekt, en andere werken samen met plaatselijke fotografen van wie ze clichés kopen.
 
Hieronder nog een aantal postkaarten van rond de eeuwwisseling
 
 
 
 
 
 
Hieronder: Kaart van de Broeltorens, midden februari 1900 vanuit het station van Gent verzonden naar Menen.
 
 
 
 
Hieronder: In 1889 wordt het standbeeld van de Vlaamse verloskundige Jan Palfijn, geboren in Kortrijk op 28 november 1650 onthuld op het Stationsplein. In mei 1900 wordt het verplaatst naar de Havermarkt waar het nu nog altijd staat. Het beeld werd gemaakt door beeldhouwer Thomas Vinçotte.
 
 
 
 
 
 In het volgend bericht: de vroegste uitgevers 
 
 
 
 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten